Beknopte levensloop van opa Geert Hegen
Opa Geert Hegen op 16 december 1966.
Verantwoording
Dit geschrift is opgesteld door Marius Veltmaat, kleinzoon
van Geert Hegen.
Het is bedoeld om de kleinkinderen van Geert Hegen en hun
nakomelingen enig idee te geven wat voor persoon Geert Hegen was, hoe zijn
leven is verlopen en wat voor tegenslagen hij daarbij heeft overwonnen.
Het is geenszins bedoeld als een complete biografie,
daarvoor heb ik hem niet lang genoeg meegemaakt en ook te weinig gesproken met
zijn kinderen, broers en zuster.
Als u, waarde lezer, fouten ontdekt of aanvullende informatie kan geven houd ik mij daarvoor
aanbevolen.
Inhoudsopgave
14. Annie van Houten / Molenaar
15. Bertha van Houten / Molenaar
Nieuwleusen, september 2023
Geert Hegen is geboren in Wezup, gemeente Zweeloo, op 18
juli 1887 als vierde kind van Hendrik Hegen en Catharina Niemeijer. Er is ons
niets over zijn jeugd bekend.
Zijn ouders:
Hendrik Hegen of Heegen, geboren 22-03-1844 te Wesup,
overleden 23-05-1909 te Wezup
Is op 12-08-1871 te Zweeloo getrouwd met:
Chatrina of Katarina Niemeijer, geboren 18-11-1846 te
Gasselte, overleden 09-03-1929 te Wezup (aan een longontsteking).
De vier broers en zuster:
Harm Heegen, geboren 08-10-1871 te Wezup, overleden
05-07-1955 te Nieuw-Zwinderen;
Ida Heegen, geboren 12-10-1875 te Wezup, overleden
25-10-1975 te Westerbork;
Hendrik Heegen, geboren 29-09-1879 te Wezup, overleden
15-02-1966 te Noordbarge;
Geert Hegen, geboren 18-07-1887 te Wezup, overleden
29-06-1974 te Zwolle;
Frederikus Hegen, geboren 19-11-1893 te Wezup, overleden
23-04-1980 te Assen.
De oudste foto waarop opa Geert staat is van de oprichters
van muziekvereniging “Blaas Op Maat” in Zweeloo. Deze vereniging bestaat nog in
2023, zie http://muziekverenigingbom.nl/ .
Opa Geert heeft functies bij meerdere verenigingen en
besturen vervuld.
Zangkoor nieuw leven van de NH
Kerk Dalen in 1915, dit was de enige ons bekende
foto waar Geesje Huizing op staat.
.GH = Geesje Huizing.
Nog een foto van Geesje Huizing, waarschijnlijk afkomstig
uit de rouwbrief na haar overlijden in 1929.
Geert is op 9 oktober 1916 getrouwd met Geesje Huizing,
geboren op 26 februari 1890 in Dalen als vijfde kind van Roelof Huizing en
Hermina Hidding. Hoewel het in de familie Huizing gebruikelijk was een
trouwfoto van het paar boven de deur in de mooie kamer te hangen is er geen
foto van het huwelijk van Geert en Geesje bekend.
Geert en Geesje kregen vijf kinderen, allen geboren in
Wezup:
Chatrina (Catrien) Hegen op 11 april 1918, overleden 9 mei
1995 in Emmen;
Roelof Hegen op 10 januari 1920, overleden 20 november 2001
in Schoonoord;
Hermina Hegen op 29 december 1921, overleden 22 februari
1922 in Wezup;
Hendrik Herminus (Hennie) Hegen op 15 juli 1925, overleden
op 19 april 1989 in La Plata, provincie Buenos Aires – Argentinië.
Hermina (Mina) Hegen op 22 juni 1927, overleden 11 juli
2009 in Raalte.
Op 9 maart 1929 om 3 uur in de nacht is Geesje Huizing
overleden aan een longontsteking, 39 jaar oud. Waarschijnlijk was dit een
gevolg van de koudegolf die in februari 1929 ons land heeft getroffen. Op
dezelfde dag is ’s avonds om 10 uur onze overgrootmoeder Catharina Niemeijer
overleden, 82 jaar oud.
Zijn vrouw Geesje was een kordate vrouw die ervoor zorgde
dat Geert de boerderij goed bijhield, maar toen zij overleden was dronk hij
teveel en de boerderij werd verwaarloosd. Volgens achterneef Gert Jan Huizing
ging Geert ook op stap naar Groningen, niet alleen naar de kroeg, maar ook naar
prostituées. Daar zou hij zijn tweede
vrouw hebben leren kennen.
Catrien, opa Geert en Roelof
Hegen op 12 maart 1933.
De kinderen werden ook verwaarloosd, vaak moesten de buren
ingrijpen en zorgen dat zij behoorlijk verzorgd werden.
V.l.n.r.: Tante Net, Opa Geert, Jantje Pepping en Hendrik
Eefting. Dit waren de buren die vaak gezorgd hebben voor de kinderen van opa
Geert. Foto waarschijnlijk begin jaren 70.
Op 23 november 1935 is Geert Hegen voor de tweede keer
getrouwd met Geesina (Sien) Woltema, geboren op 8 september 1901 in Hellum
(gemeente Slochteren) als zesde kind van Wirtjo Woltema en Imke Rademaker. Sien
had al een zoon Wirtjo Woltema, geboren op 17 februari 1919 in Overschild
(gemeente Slochteren) uit een voor ons onbekende maar voor de familie
toentertijd een bekende relatie, waar
zij niet mee mocht trouwen van haar ouders. Wirtjo kwam mee in het gezin van
Geert en Sien.
Op 13 maart 1937 kregen Geert en Sien een tweeling, geboren
in Groningen, vermoedelijk in een ziekenhuis:
Immo Hegen om half twee, hij is overleden in Lelystad op 4
oktober 2010
en
Geert Hegen om kwart voor twee, hij is overleden in Heerde
op14 januari 1994.
Het gezin van Geert en Sien in 1937.
1 Geert Hegen, 2 Sien Hegen-Woltema, 3 Catrien Hegen, 4
Wirtjo Woltema, 5 Roelof Hegen, 6 Hennie Hegen, 7 Mina Hegen, 8 en 9 Immo en
Geert Hegen, waarschijnlijk is Geert nr. 8 en Immo nr. 9.
Geert Hegen was na het overlijden van zijn eerste vrouw
Geesje geen aangenaam persoon, Geesje was een kordate vrouw en kon hem goed
aan, maar Sien Woltema was veel te zachtaardig om met hem samen te wonen.
Uiteindelijk heeft Sien als uitweg ervoor gekozen om zich te verhangen op 3
december 1937, toen was de tweeling nog
geen half jaar oud.
Na het overlijden van Sien is haar zoon Wirtjo weer bij
zijn grootouders Wirtjo en Imke in Overschild gaan wonen. Wirtjo is op 2 mei
1942 in Loppersum getrouwd met Freke
Post, geboren 11 oktober 1916 in ’t Zandt (Groningen), zij is overleden op 19
juni 1973 in Emmen.
Immo en Geert op bezoek bij Wirtjo in
Emmen, waarschijnlijk in de jaren 1980. V.l.n.r. Geert Hegen, onbekend, Wirtjo
Woltema, onbekend, onbekend, Immo Hegen en onbekend.
Wirtjo is overleden
op 7 september 1989 in Emmen.
In de dertiger jaren trok Mina weinig op met haar oudere
zus Catrien, daarvoor was het leeftijdsverschil van negen jaar te groot, maar
meer met haar nicht Catrien, dochter van Frederikus Hegen en Margaretha
Wiebing, die nog geen jaar ouder was. In 2018 vertelde deze nicht, we noemden
haar ook tante Catrien, dat zij eerst op school gingen vanuit Wezup naar
Zweeloo, maar omdat er op die school teveel leerlingen kwamen hebben ze de
laatste jaren op school gezeten in Wezuperbrug, dat was toch een kwartiertje
verder lopen.
Schoolreisje naar vliegveld Eelde in 1937. Aangeduid met GH
is opa Geert Hegen, die meeging als lid van het schoolbestuur en CH is Catrien
Hegen, oudste dochter van Frederikus Hegen en Margaretha Wiebing. Je zou Mina
Hegen, die veel met Catrien optrok, ook op de foto verwachten, maar die zat
waarschijnlijk een klas lager en alleen de hoogste klassen gingen mee op het
schoolreisje. Waarschijnlijk alleen de vijfde en zesde klas. Vermoedelijk staat
Hennie Hegen ook op de foto, maar we weten niet waar die hurkt of staat.
Annerie Kwant en Catrien Hegen, 15 maart 1940,
huwelijksfoto.
Waarschijnlijk heeft oudste dochter Catrien een tijd de
moederrol in het huishouden van Geert en zijn 6 kinderen vervuld, maar toen zij
op 15 maart 1940 ging trouwen met Annerie Kwant, kapper, geboren 5 augustus
1913 in Ambt Hardenberg, overleden 13 maart 1978 in Zweeloo, zal daar een eind
aan zijn gekomen.
Catrien en Annerie kregen vijf kinderen:
Geesien (Gé) Kwant, geboren 14 juli 1940 in Aalden,
overleden 9 september 2023 in Roden;
Geert Kwant, geboren 17 juli 1942 in Aalden;
Geesje Grietje (Gea) Kwant geboren 30 april 1948 in Aalden;
Gerrie Jannie (Janneke) Kwant, geboren 22 mei 1953 in
Emmen;
Roelof (Roel) Kwant, geboren 2 maart 1955 in Zweeloo.
Catrien en Annerie hebben eerst gewoond aan de Aelderstraat
1 in Aalden, in een bovenwoning bij het tankstation, later hebben ze het huis
met kapsalon aan de Aelderstraat 2 laten bouwen. In 2019 woonde Gea met haar
man Cees Prins in deze woning en verzorgde ze het haar van wat vaste klanten in
de kapsalon met één stoel. In 2023 woonden ze hier nog, maar de kapsalon werd
verzorgd door Ryanne.
Opa Geert moest op zoek naar huishoudelijke hulp. Hij heeft
toen een advertentie gezet voor een huishoudster in dagblad ‘De Boerderij’. ‘De
Boerderij’ is niet terug te vinden in Delpher, maar in ‘De Telegraaf’ van begin
1940 werden méér Speurders ‘Huishoudster aangeboden’ dan ‘Huishoudster
gevraagd’ geplaatst.
Op de advertentie is gereageerd door Louisa Antoinette
Hendrika van Houten, geboren 14 augustus 1889 in Amsterdam en toentertijd
wonende in Utrecht. De naaste familie noemde haar Boei, maar voor de verdere
familie en kennissen was zij Tante Net en zo zal ik haar verder noemen. Zij las
de advertentie, heeft haar koffers gepakt, is vanuit Utrecht naar Wezup gereisd
en blijkbaar meteen als huishoudster daar gebleven. Tante Net was een aardige
vrouw die met iedereen kon omgaan, maar ook doortastend en zij kon opa Geert
goed voor verdere uitspattingen behoeden. Tante Net was maar twee jaar jonger
dan opa Geert.
Meer over tante Net en de periode in Lenthe later in dit
stuk.
Tante Net had zich goed aangepast aan het boerenleven in
Wezup.
De Tweede Wereldoorlog kwam met de bezetting van Nederland
in 1940 en die heeft tot ernstige meningsverschillen in de familie Hegen geleid.
Ik denk dat opa Geert en tante Net vooral probeerden zo goed mogelijk de oorlog
zonder kleerscheuren door te komen, terwijl Catrien en Annerie een bepaalde
kant hebben gekozen. Zoon Roelof is, op beloften van een boerderij in
Oost-Europa, met de Duitsers meegetrokken naar Rusland als Oostlandboer. Zoon
Hennie heeft zich aangesloten bij de
Waffen SS of Germaanse SS. Opa Geert heeft
hen dit zodanig kwalijk genomen
dat hij ze na de oorlog nooit meer wilde zien of spreken. Ook de verhouding van
opa Geert met Catrien en Annerie is nooit meer goed gekomen, waardoor veel
neven en nichten elkaar nooit gezien of gesproken hebben en dat lag niet alleen
aan de afstand. Mina heeft in de jaren zestig geprobeerd weer contact te
leggen, dat is wel gelukt met Roelof en Nellie, maar niet met Catrien en
Annerie. Het lijkt erop dat Catrien en Annerie ook ernstige grieven hadden
tegen opa Geert en zijn andere kinderen, maar mij is niet bekend wat die
grieven precies inhielden.
Ook de verdeling van de erfenis na het overlijden van eerst
Geesje en later Sien heeft waarschijnlijk kwaad bloed gezet. Geesje Huizing had
behoorlijk wat ingebracht in het huwelijk en de kinderen hadden aanspraken.
Jongste dochter Mina vertelde dat zij twee boerderijen hadden, maar na 1940 had
opa Geert vooral schulden. Opa Geert had de boerderij, maar de tweede boerderij
had oom Roelof gehuurd. Toen hij naar het Oosten ging heeft hij die gehuurde
boerderij zelf verhuurd voor 100 gulden per jaar.
Er zijn dossiers van Opa Geert Hegen en oom Roelof in het
Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging. Waarschijnlijk is er ook een dossier
van oom Hennie, maar dat mogen we nog niet inzien. Deze dossiers worden in 2025
vrijgegeven omdat het dan 75 jaar geleden is dat de vervolging van misdaden tijdens
de oorlog is beëindigd.
Roelof heeft vanaf 1942 gewerkt als controleur in Polen en
Wit-Rusland. In mei 1945 is hij weer teruggekomen in Nederland, maar hij is
meteen geïnterneerd, o.a. in Amersfoort en kamp Erika bij Ommen. Zonder proces
is hij op 12 april 1947 voorwaardelijk buiten vervolging gesteld en daarna heeft hij gewerkt op zijn gehuurde
boerderij. De inboedel heeft hij in 1950 verkocht en hij is gaan werken als
boerenknecht in de omgeving van Doetinchem.
Roelof is op 15 augustus 1951 in Doetinchem getrouwd met
Neeltje Lena (Nellie) Koese, geboren 19 oktober 1922 in Doetinchem, zij is
overleden op 1 maart 1971 in een verpleeghuis in Meppel na een ernstig
auto-ongeluk op 14 december 1968 waarbij zij hersenletsel opliep in de buurt
van Raalte.
Roelof en Nellie kregen drie kinderen:
Geesje Johanna (Gees) Hegen, geboren 20 augustus 1952 in
Ulrum;
Hugo Johan Hegen, geboren 2 maart 1956 in Wezuperbrug;
Hetty Hegen, geboren 20 maart 1959 in Wezup.
Roelof en Nellie hebben gewoond in Ulrum en na een paar jaar zijn zij gaan
wonen in Wezuperbrug.
Roelof hield fokvee bij zijn huis in Wezuperbrug.
Nellie, Roelof, Geesje en Hugo Hegen – Koese op 7 december
1968 in Dalfsen.
Na het overlijden van Nellie heeft Roelof een relatie gehad
met Trijntje (Truus) Koning, geboren 10 november 1932 in Amsterdam en overleden
op 14 januari 2002 in Vinkeveen
Op de foto op de vorige pagina ontbrak de jongste dochter
van Roelof en Nellie. Hetty Hegen is op 7 oktober 1983 in Zweeloo getrouwd met
Pieter Hummel.
.
Hennie was in het begin van de oorlog actief in de N.S.B.
en heeft zich later aangesloten bij de Waffen SS of Germaanse SS.
Hennie zal na de oorlog in de buurt van Kloosterburen
hebben gewerkt. Hij is op 16 mei 1949 in Kloosterburen getrouwd met Janke
Vaatstra, geboren 29 juni 1920 in Kloosterburen en zij is overleden op 13 mei
2003 in Albasto La Plata, provincie Buenos Aires, Argentinië.
Hennie Hegen en Janke Vaatstra, 16 mei 1949, huwelijksfoto
Hennie en Janke hebben zes kinderen gekregen:
Geesje (Jeisi) Hegen, geboren op 8 november 1949 in Ezinge;
overleden 17 januari 2004 in Argentinië.
Gerrit (Jerry) Hegen, geboren 8 maart 1951 in Oldenhove;
Hennie en Janke zijn in 1951 met hun twee oudste kinderen
Geesje en Gerrit vanuit Amsterdam per schip geëmigreerd naar Argentinië. Daar
hebben zij nog vier kinderen gekregen.
Enrique (Gringo) Hegen, geboren 5 juni 1954 in Buenos Aires
(Stad);
Griselda (Gorda) Hegen, geboren 30 augustus 1956 in
Lima/Buenos Aires;
Elsa Juana (Flaca) Hegen, geboren 31 oktober 1958 in
Firmat/Santa Fé;
Raoul Nicolàs (Ruly) Hegen, geboren 10 oktober 1962 in
Chabas/Santa Fé.
1986 Hennie, Janke en Elizabeth
In Lenthe heeft Mina kennis gekregen aan een onderduiker
uit Amsterdam, Herman Veltmaat, en op 27 juni 1945 zijn zij in Amsterdam
getrouwd, in een ceremonie waarbij vijf paren tegelijk in de echt werden
verbonden. Er bestaan géén foto’s van hun huwelijk. Mina vertelde later dat opa
Geert en Herman eens slaande ruzie hebben gehad, maar wat de reden daartoe is geweest is niet duidelijk
geworden.
Hermina Hegen werd in familie Hegen tante
Mina genoemd en in familie Veltmaat tante Mieni omdat de oudste zus van Herman,
hermina Veltmaat tante Mien werd genoemd.
Herman is geboren op 30 januari 1924 in
Amsterdam-Nieuwendam en overleden op 4 september 2002 in Raalte.
Mina en Herman kregen 4 kinderen:
Hendrikus Johannes (Henk) Veltmaat,
geboren 14 september 1945 in Amsterdam, Buiksloterdijk 240;
Marius Hendrikus (Mari) Veltmaat, geboren
18 november 1946 in Amsterdam, Buiksloterdijk 120;
Geert Immo (Germo I) Veltmaat, geboren 14
januari 1961 in Den Hulst, overleden 4 april 1963 in Den Hulst;
Geert Immo (Germo II) Veltmaat, geboren 19
juli 1964 in Den Hulst.
Herman en Mieni in 1952.
Henk, Mina, Germo II, Marius
en Herman Veltmaat – Hegen in de hal van hun huis aan de Rollecaterweg 7 in
Punthorst op 16 december 1966 voorafgaand aan het huwelijk van Henk.
Opa Geert, Geert en Immo ongeveer in 1942.
Immo is opgeleid tot technisch tekenaar en is gaan werken
bij de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders, eerst in Zwolle, en hij is later
met de dienst mee verhuisd naar Lelystad.
Alyda Zaal en Immo Hegen bij hun verloving op 29 december
1963.
Immo is op 22 september 1964 getrouwd in Utrecht met Alyda
(Lyda) Zaal, geboren 12 november 1939 te Heiloo, overleden 7 januari 1989 in
Lelystad.
Immo en Lyda kregen twee zoons:
Ronald Hegen, geboren 19 juli 1965 in Utrecht;
Erwin Hegen, geboren 24 november 1966 in Dalfsen.
Geert is opgeleid tot machinist, heeft over de hele wereld
gevaren op schepen van Stoomvaart Maatschappij Nederland, en is later als
machinist gaan werken bij de Berghuizer Papierfabriek in Wapenveld.
Hij is op 14 juli 1966 in Enschede getrouwd met Janetta
Reinarda (Netty) Schelhaas, geboren 8 november 1944 in Enschede.
Geert en Netty kregen 3 kinderen:
André Erik Hegen, geboren 28 juni 1967 in Wapenveld;
Irene Bianka Hegen, geboren 9 april 1969 in Wapenveld;
René Martin Reinhart Hegen, geboren 18 augustus 1971 in
Wapenveld.
Louisa Antoinette Hendrika (Net) van Houten is op 14
augustus 1889 in Amsterdam geboren als oudste dochter van Aloisius Arnoldus van
Houten en Johanna Antoinetta Hubertina Eberstein.
Haar vader Aloisius is op 9 maart 1896 verongelukt waardoor
zijn weduwe Johanna Eberstein achterbleef met drie dochters en één zoon,
zwanger van een vijfde kind dat op 22 juni 1896 werd geboren.
Net van Houten is op 5 april 1894, vier jaar oud, bij haar grootouders
Hendrik Eberstein en Antonetta Hubertina Eberstein – Willemse in huis gekomen,
beiden toen reeds ruim 70 jaar oud. Daar was ook nog een oudtante in huis,
Johanna Christina Willemse, geboren 1825. Bijna een jaar nadat beide
grootouders waren overleden, op 3 december 1901, is zij weer in huis gekomen
bij haar moeder, samen met die oudtante Johanna Willemse.
In die periode woonden ze in een woning van de “Protestante
Weduwenstichting”, 2e Hugo de Grootstraat 2/102, dat complex wordt
in het bevolkingsregister van Amsterdam aangeduid met “Hofjes 2/102”, deze gebouwen
bestaan nog in 2019 en de gebouwen zien er na ruim honderd jaar op Streetview
nog goed uit. In het hofje heeft Johanna van Houten – Eberstein met haar gezin
ruim 10 jaar gewoond.
Op 14 januari 1908 wordt Johanna Antoinetta (Annie) van
Houten, het eerste kind van Net van Houten, geboren in het Hofje in het huis
van haar grootmoeder in Amsterdam..
In 1908 en 1909 volgen drie verhuizingen van de weduwe van
Houten met haar gezin, allen binnen Amsterdam.
Op 31 maart 1910 wordt Bertha (Bep) van Houten, het tweede
kind van Net van Houten, geboren in Amsterdam aan de Wittenburgergracht 52, 2
hoog achter.
Op 18 augustus 1910 wordt Bertha van Houten, 4 maanden oud,
overgeschreven naar Harlingen.
Op 20 september 1910 komt Bertha van Houten weer in huis
bij haar moeder en grootmoeder in Amsterdam.
Op 15 december 1910 treedt Net van Houten in het huwelijk
met:
Adrianus Karel Lodewijk (Ad) Molenaar, geboren op 15
augustus 1966 in Rotterdam als vijfde kind van Adrianus Molenaar en Maria
Leonora Wingeleski. Ad Molenaar was bij zijn huwelijk reeds 44 jaar oud en
Sergeant-Majoor bij de Mariniers.
Op 19 augustus 1913 worden de beide kinderen van Net van
Houten gewettigd door Ad Molenaar en krijgen ze de geslachtsnaam Molenaar in
plaats van van Houten, dit feit wordt op 12 maart 1914 geregistreerd in de
Burgerlijke stand van de Gemeente Watergraafsmeer, waar ze dan wonen.
Ondanks dat het gezin van Ad Molenaar gedurende deze jaren
is verhuisd naar achtereenvolgens Watergraafsmeer, Zaandam, Amsterdam en
Watergraafsmeer is Ad Molenaar ook gelegerd bij de Mariniers tot hij op 12
februari 1915 waarschijnlijk functioneel leeftijdsontslag krijgt, 48½ jaar oud,
en met zijn gezin verhuist naar Amersfoort.
Waarschijnlijk krijgt Ad Molenaar een klein pensioentje van
de Marine. Als hij veel in de Tropen heeft gediend kan dat wat meer zijn want
in die jaren gold: “Tropenjaren tellen dubbel”. Toch heeft hij na het afscheid
van de mariniers nog gewerkt als beveiliger en buffet chef en op zijn kaart is
ook een stempel INV WET (Invaliditeitswet).
Op 4 februari 1925
komt het hele gezin van Ad Molenaar weer terug uit Amersfoort naar Amsterdam.
Officieel woont zijn vrouw Net nog bij hem, maar zij is dan ook al vaak bij
haar vriend in Utrecht.
Op 12 maart 1926 verhuisd het gezin Ad Molenaar naar Utrechtseweg
271 in Amersfoort. Op dat adres is een GGZ instelling gevestigd, ‘Zon en
Schild’ en op dat terrein is blijkbaar
ook een dienstwoning voor de bewaker waar zij in wonen.
Op 1 oktober 1931 trouwt Bep Molenaar met Evert Veenvliet
en verhuist naar Reigerstraat 14 in Amersfoort.
Op 21 september 1932 komen Ad Molenaar, dan 66 jaar oud, en
Net Molenaar – van Houten terug uit Amersfoort en gaan in Amsterdam bij hun
(schoon-)moeder weduwe van Houten – Eberstein inwonen.
Op 10 november 1932 vertrekt Ad Molenaar naar Reigerstraat
14 in Amersfoort en gaat bij zijn schoonzoon Eef Veenvliet en dochter Bep
Veenvliet – Molenaar inwonen tot zijn dood op 9 mei 1956.
Op 1 juni 1933 vertrekt Net Molenaar – van Houten naar
Hardebollenstraat 6 in Utrecht en gaat daar bij haar vriend wonen.
Op 27 december 1934 trouwt Annie Molenaar met Leendert
Kapoen en verhuist naar Wageningen, vanaf de jaren 40 tot 90 wonen ze daar op
Brinkerweg 14.
Augustus 1940 gaat Net Molenaar – van Houten als
huishoudster van opa Geert Hegen in Wezep aan de slag.
In 1943 verhuist Net Molenaar – van Houten met opa Geert
Hegen en de jongste drie van zijn kinderen naar Lenthe B175, nu Heinoseweg 26,
onder de gemeente Dalfsen.
Na het overlijden van Ad Molenaar in 1956 geniet Net
Molenaar weduwenpensioen, zij houdt haar huis in Utrecht aan zodat zij officieel
niet op hetzelfde adres woont als opa Geert Hegen om haar pensioen niet in
gevaar te brengen.
Op 29 juni 1974 overlijdt opa Geert Hegen in Zwolle.
Op 25 augustus 1985 overlijdt Net Hegen – Molenaar – van
Houten in Wageningen.
Tante Net en Ad Molenaar zijn nooit officieel gescheiden,
hoewel ze vele jaren gescheiden hebben geleefd, en Ad Molenaar is ook wel in
Wezup en Lenthe op bezoek geweest, net als hun kinderen en de oudste
kleinkinderen.
De beide dochters van Net en Ad Molenaar, Annie en Bertha,
hebben opa Geert Hegen goed gekend en kunnen tot zijn stiefkinderen gerekend
worden, in dit geschrift behandel ik ze gelijk als zijn andere zeven kinderen.
Johanna Antoinetta (Annie) van Houten is geboren op 14
januari 1908 in Amsterdam als oudste dochter van Louisa Antoinette Hendrika van
Houten, 19 augustus 1913 is haar geslachtsnaam gewijzigd in Molenaar na
wettiging door Ad Molenaar.
Annie is voor haar huwelijk werkzaam geweest als
verpleegster, waarschijnlijk in
Wageningen.
Annie is op 27 december 1934 getrouwd met Leendert Kapoen,
geboren op 18 februari 2006 in Schoonhoven als zesde kind van Leendert Kapoen
en Hendrika van Gelderen.
Zij zijn gaan wonen in Wageningen, Leendert was
letterzetter bij Drukkerij Veenman. Hij was jaren later nog trots op het
zetwerk van een Bijbel met gelijke witverdeling met ‘loden letters’.
Op 13 juni 1944 is hun oudste zoon Louis Leendert (Loek)
Kapoen geboren in Wageningen. Zij hebben de volle hevigheid van de operatie
Market Garden in september 1944 en de maanden daarop meegemaakt. Op de vlucht
voor het geweld met een baby van een paar maanden oud, zònder te weten waarheen
te vluchten!
Loek is overleden op 22 februari 2008 in Best.
Ze hebben de oorlog overleefd en op 20 september 1946 is
hun tweede zoon Johan Leo (Leo) geboren in Wageningen. Leo is overleden op 12 maart
2023 in Huissen.
Zij hebben gewoond aan de Brinkerweg 14 in Wageningen,
vermoedelijk van vlak na de oorlog tot in de jaren negentig.
Gasten op de bruiloft van Nettie Veenvliet met Henk
Grolleman op 25 maart 1955: V.l.n.r. Tante Rie (Maria Catharina) van Houten ,
tante Net Molenaar – van Houten, Loek Kapoen, Mina Veltmaat - Hegen, Leo
Kapoen, Ad Molenaar 88 jaar oud, Leendert Kapoen en Annie Kapoen – Molenaar.
Later hebben ze een jongere zus van tante Net in huis
gehad, tante Rie, dat was Maria Catharina van Houten, geboren 22 februari 1895
in Amsterdam, ongetrouwd gebleven en overleden op 24 oktober 1958 in Wageningen.
Behalve de beide zoons hebben ze altijd een kostganger in
huis gehad, een opa Adje, waarschijnlijk een vriend van tante Net.
Leen en Annie Kapoen – Molenaar op 7-12-1968.
Ongeveer in 1982 hebben ze tante Net in huis genomen toen
het op haarzelf wonen in Lenthe niet meer ging.
Leendert Kapoen is overleden op 19 december 1982 in
Wageningen en gecremeerd in Arnhem bij ‘Moscowa’.
Annie Kapoen – Molenaar is overleden op 16 juli 1996 in
Wageningen en ook gecremeerd bij ‘Moscowa’ in Arnhem..
Bertha (Bep) van
Houten is geboren op 21 maart 1910 in Amsterdam als tweede en jongste dochter
van Louisa Antoinette Hendrika van Houten, 19 augustus 1913 is haar
geslachtsnaam gewijzigd in Molenaar na wettiging door Ad Molenaar.
Bep is op 3 oktober 1931 getrouwd met Evert (Eef)
Veenvliet, geboren 7 november 1907 in Scherpenzeel als derde kind van Jacob
Veenvliet en Johanna Berdina Versteeg.
Evert was bij zijn huwelijk schilder, zij zijn gaan wonen
in Reigerstaart 14, later Piersonlaan 7, in Amersfoort.
Zij hebben drie kinderen gekregen:
Antoinette Louisa Hendrika (Nettie) op 27 januari 1933 in Amersfoort.
Adrianus Karel Lodewijk (Aad) op 19 mei 1939 in Amersfoort
Jacob (Jaap) op 21
november 1944 in Amersfoort.
Vanaf 10 november 1932 heeft Ad Molenaar bij hun ingewoond
tot zijn dood op 9 november 1956.
Nettie vertelde dat haar vader in de oorlog veel
vluchtelingen had begeleid naar opvang in ‘Zon en Schild’ aan de Utrechtseweg
271.
Evert en Bertha Veenvliet –
Molenaar op 7 december 1968
Evert is overleden op 10 januari 1973 en gecremeerd in
Utrecht.
Bertha is overleden in 2003, 93 jaar oud, en begraven in
hetzelfde graf op ‘Rusthof’ als Ad Molenaar en Tante Net.
Over de verhuizing van Wezup naar Lenthe bij Dalfsen
vertelde Tante Net:
Het huis Lenthe B 175 was in de dertiger jaren gebouwd door
een welgestelde man en toen in 1943 de ‘Arbeitseinsatz’ in Duitsland werd
bevolen hoopte hij dat zijn zoon vrijgesteld zou worden vanwege het
boerenbedrijf. Dat ging echter niet op, want het grondstuk was te klein (1,2 ha).
Ze zijn met hem in contact gekomen en opa Geert heeft zijn boerderij verkocht
aan voornoemde man en meteen het huis in Lenthe van hem gekocht. Een ruil met
toebetalen, waardoor opa Geert zijn schulden kon aflossen en wat geld overhield
en de zoon wel in aanmerking kwam voor de landbouwvrijstelling. Hitler had nog
wel oog voor het belang van de voedselproductie.
Zodoende is opa Geert met Tante Net, Mina van 16 jaar en de
tweeling Immo en Geert van 6 jaar, in 1943 verhuisd naar Lenthe B 175 bij
Dalfsen, nu Heinoseweg 26. Waar zij van geleefd hebben is onduidelijk, van een
stukje grond van 1,2 ha kun je niet bestaan. Hij verbouwde aardappelen en
rogge, hield wat kippen, zal geklust hebben voor de boeren in de omgeving en
had misschien wat geld overgehouden van de ruil met de huizen. Nadat in 1957 de
AOW werd ingevoerd zal het wat beter zijn gegaan, maar Tante Net vertelde dat
zij van haar pensioen had meebetaald aan de kosten van de studie van Immo en
Geert.
Op de volgende pagina een plattegrond van het perceel Heinoseweg
26 en de omgeving, Moezenbeltweg en Bosrandweg. Ook de bakkerij,
kruidenierswinkel, café en boerderij van Tijhaar /Hein Veltmaat is aangegeven.
Rondom het perceel in Lenthe, de rode lijn op de
plattegrond op de volgende pagina, stond een hek van ijzeren palen en harmonicagaas,
zeer ongebruikelijk in een agrarische omgeving. Aan de westkant was een 15
meter brede strook die wat hoger lag en waarop struiken en eikenboompjes
groeiden. Nog een aantal jaren na de oorlog waren daar de restanten te zien van
een flinke ingegraven hut om te schuilen als er in de buurt geschoten zou
worden. Mina vertelde dat ze daar inderdaad hebben geschuild tijdens de
bevrijdingsgevechten, maar dat ze eten klaarmaakten in de woning en dat het
toch wel angstig was om met een pan soep van het huis naar de schuilhut te
lopen als de kogels over je heen floten.
Uitsnede omgeving Heinoseweg 26 tot met 32, Lenthe gemeente
Dalfsen, uit Google Maps. Tot de zeventiger jaren was de zuidzijde van de
Moezenbelt een kale stuifzandhelling op de kop van een ‘Stikkenwal’ een in de
zeventiende eeuw aangelegde wal van stuifzand om de wind te breken, waar de
boeren uit de omgeving geregeld een kar schoon zand haalden, maar nu is ook die
helling begroeid met struikgewas en boompjes. https://www.google.nl/maps/place/Heinoseweg+26,+7722+JP+Dalfsen
In de jaren ‘50 en ’60 hebben opa Geert en Tante Net vaak
familie te logeren gehad in Lenthe, vooral de twee oudste zoons van Mina en
Herman en de kinderen en kleinkinderen van tante Net. De oudere kinderen van
tante Bep kampeerden met hun kinderen bij het huis in een tent.
De vijf jongens: Loek, Henk, Jaap, Leo en Mari waren bijna
even oud en konden zich uitstekend vermaken. Er was een strook bos op schone
zandgrond waar zij hutten konden graven en eikenboompjes omhakken om ook een
stevig dak op de hut te leggen, er was veel bos en de Moezenbelt in de buurt
waar zij rond konden struinen en in de herfst cantharellen zoeken. Gezwommen
werd in het Overijssels Kanaal bij gemaal Dalmsholte. Met de vakantiegasten op
nabijgelegen vakantiepark de Immenhorst van familie Lutke Schipholt werd
geregeld gebadmintond. Ook was het niet ver naar Dalfsen of Heino waar
uiteraard van alles te beleven was in de zomer.
Het was vaak heel gezellig als Tante Net er was, maar de
jongens werden wel gewaarschuwd dat je moest uitkijken opa Geert niet kwaad te
maken, vooral als tante Net weg was. Die was geregeld weg naar haar dochters in
Amersfoort, Wageningen of naar haar huis in Utrecht. Dat huis heeft zij
waarschijnlijk aangehouden om officieel een eigen adres te hebben, zodat haar
pensioen niet ingetrokken zou worden omdat zij vaak bij opa Geert in Lenthe
verbleef.
In de zomer waren er soms zoveel logeergasten dat er een vijftiental
mensen aan tafel zaten tijdens het middageten. De aardappels waren ’s morgens
vers uit het land gerooid, met de klomp in een emmer van de schil ontdaan en
daarna ontpit en stonden ’s middags gebakken op tafel, het smaakte altijd goed.
Ook in de wintervakanties waren er wel logés, maar meestal
wat minder. Er werd dan veel gekaart (pandoeren) en ook vaak samen gezongen.
Tante Annie en Tante Bep hadden op een koor gezeten en konden goed zingen. Opa
Geert zat er altijd bij en kaartte wel mee, maar van zijn zingen herinner ik me
weinig. Een liedje dat ik mij herinner was ‘Ik heb Zeventien Balletjes Blauw
voor een Cent” (Balletje Blauw was voor de oorlog een bleekmiddel).
Opa Geert heeft in Lenthe wel rogge verbouwd en ook een
keer korrelmais, maar altijd wel een akker aardappelen. Hij maaide de rogge met
de zeis en wij hebben de rogge wel gebonden, maar dat is door de scherpe randen
toch wel vervelend spul om mee om te gaan. Ook had hij een keer tienduizend
stekjes voor kerstdennen gekocht en die hebben we met de hele familie geplant.
De meeste zijn niet opgekomen, de grond was waarschijnlijk te droog. Hij had
ook altijd een stel kippen in een flinke ren.
Wij hebben op een keer in november ’s morgens opa Geert
geholpen met knollen trekken op het land van een naburige boer. Het was koud en
mistig en dan is dat voor jongens van een jaar of twaalf al gauw vervelend
werk.
Ook ging opa Geert eens kunstmest strooien voor bakker Hein
Veltmaat van twee huizen verderop, die had ook een kruidenierswinkel, café en
boerderij. Wij gingen op weg met paard en wagen langs de Bosrandweg. Op een
opmerking als “Kan die knol niet wat harder?” werd ons de mantel uitgeveegd dat
we nooit meer zoiets mochten zeggen.
In 1965 of 1966 had ik bij ons huis aan de Rollecaterweg in
Punthorst een stuk of vijftig populieren geplant, maar die stonden er niet goed
bij volgens opa Geert en hij ging op z’n 78-ste die populieren nog in lijn en recht
zetten.
Na 1965 kwamen we minder bij opa Geert en tante Net, we
hadden andere beslommeringen en ze werden ook wel erg oud.
Opa Geert Hegen met zijn broers en zuster ca 1963. De
oudste broer Harm Heegen 08-10-1871 – 05-07-1955 was reeds overleden. V.l.n.r.
Frederikus Hegen 19-11-1893 – 23-04-1980, Hendrik Heegen 29-09-1879 –
15-02-1966, opa Geert Hegen en Ida Heegen 12-10-1875 – 25-10-1975. In de kamer
achter het raam houdt tante Net alles in de gaten. De ambtenaar van de
Burgerlijke Stand in Zweeloo heeft de oudste drie kinderen van Hendrik Hegen en
Catharina Niemeijer als achternaam de foute naam Heegen toegeschreven in de
geboorteaktes, en de jongste twee de juiste naam Hegen.
29 september 1974: Echtpaar Frederikus Hegen en Margaretha
Wiebing 50 jaar getrouwd. V.l.n.r.: zittend: Frederikus Hegen 19-11-1893 –
23-04-1980, Margaretha Wiebing 28-08-1901 – 14-01-1975, Ida Heegen 12-10-1875 –
25-10-1975. Staand: opa Geert Hegen en tante Net Molenaar- van Houten. Ida was 18 jaar ouder
dan haar jongste broer Frederikus. Frederikus Hegen is in de oorlog
actief bezig geweest voor de N.S.B. Hij is op 11 april 1945 aangehouden en voorgeïnterneerd in kamp Westerbork, op 23 mei
1947 is hij veroordeeld tot internering voor de duur van 4 jaar, eindigende 11
april 1949. Na ingediend verzoek is hij vervroegd in vrijheid gesteld vanaf 22
september 1948.
Opa Geert en tante Net, waarschijnlijk was één van hen
jarig, 80 of 85 jaar, en hebben ze dat gevierd in het café van Hein Veltmaat,
Heinoseweg 30.
Opa Geert en Mina, voorjaar 1974, bij de schuur aan de
Heinoseweg 26 in Lenthe.
Op 29 juni 1974 is opa Geert overleden in Zwolle we hebben
hem op 4 juli 1974 begraven op de Openbare Begraafplaats, de Wheem 10, in
Zweeloo, naast Geesje Huizing en Geesina Woltema. Immo heeft bij het graf
gesproken en daarbij de aanwezigen bedankt voor hum komst. Na de begrafenis
hebben we samen wat gedronken in een naburig café en dat werd nog gezellig.
De graven van Geesje Huizing, Geesina Woltema en Geert
Hegen in mei 2003. Rechts naast opa Geert is nog één plaats voor twee graven vrij
wat hij in 1929 heeft gekocht.
Dezelfde graven, 23 juni 2019
Na het overlijden van opa Geert was het huis Heinoseweg 26 eigendom
van de twee jongste zoons Immo en Geert, met de bepaling dat tante Net er mocht
blijven wonen zolang zij wilde en/of kon. Tante Net heeft er nog een aantal
jaren gewoond, maar zij kon niet alleen zijn en had na een poosje een nieuwe
huisgenoot, Geert Kok, een man van ook een jaar of tachtig oud. Het huis was al
oud en had, zeker met een rieten dak, geregeld onderhoud nodig, waarvoor de zoons
Immo en Geert dan moesten opdraaien. Tante Netty merkte op dat het meestal op
hun neerkwam omdat Immo geen middelen had om mee te betalen.
Op gegeven moment ging het zelfstandig wonen niet meer en
is tante Net bij haar dochter Annie in Wageningen gaan wonen, uiteindelijk is
zij de laatste paar maanden in een verzorgingstehuis opgenomen en op 25
augustus 1985 overleden, 96 jaar oud. Zij is begraven op begraafplaats ‘Rusthof’
aan de Dodeweg te Leusden, dit is een
begraafplaats van de gemeente Amersfoort, in hetzelfde graf als Molenaar. Er
was een uitvaartplechtigheid in de Aula waarbij haar kleinzoon Loek Kapoen heeft
gesproken.
De ‘Rusthof’, begraafplaats van gemeente Amersfoort die
ligt in gemeente Leusden, Vak VA, graf 12A.
Behalve Molenaar(Opa) en tante Net(Boei) is ook hun dochter
Bertha Veenvliet – Molenaar(Mam) in dit graf ter aarde besteld.
Sandra Veltmaat, achterkleindochter van Geert Hegen heeft
op het Nationaal Archief het dossier van opa Geert Hegen ingezien en daar de
volgende aantekeningen van gemaakt:
GEERT HEGEN
geboren 18 juli 1887 te Zweeloo
beroep: landbouwer
wonende te: Dalfsen Lente B 24
weduwnaar van Woltema, Geesina
30 januari 1947
De Adjunct-Secretaris van het Tribunaal te Assen 3e Kamer,
geeft bij dezen kennis aan den beschuldigde
GEERT HEGEN
dat er zake de tegen hem ingebrachte beschuldigingen een voorbereidend
onderzoek zal
worden ingesteld door Commissaris Mr. H.E. van Opstall.
Hij wordt beschuldigd van:
dat hij, Nederlander zijnde, tijdens de vijandelijke bezetting van het
Rijk in Europa;
1. zich als lid heeft aangesloten bij het Nederlandsch Agrarisch
Front, zijnde een aan
de Nationaal Socialistische Beweging der Nederlanden verwante
organisatie of
instelling;
2. heeft blijk gegeven van nationaal-socialistische gezindheid door:
a. zich als lid van voormelde Beweging op te geven;
b. hoofdzakelijk om te gaan met Nationaal-Socialisten;
c. te gedoogen, dat zijn inwonende zoon Roelof lid van de Nationaal
Socialistische Beweging der Nederlanden en dat zijn inwonende zoon
Hendrik Harminus lid van den Nationalen Jeugdstorm was;
3. voordeel heeft getrokken uit door of vanwege den vijand of diens
handlangers
genomen maatregelen, door het ontvangen van gelden en extra
distributiebonnen
omdat zijn zoon Hendrik Herminus bij den Landstorm was;
op grond van welke handelingen hij geacht moet worden zich desbewust
te hebben
gedragen in strijd met de belangen van het Nederlandsche volk en
desbewust afbreuk te
hebben gedaan aan het verzet tegen den vijand en diens handlangers.
Geert Hegen is volgens een uittreksel proces verbaal op 17-4-45
aangehouden door Toorn
in Dalfsen
heeft mogelijk in Westerbork voorlopig geïnterneerd gezeten en is
op 8-2-46 vrijgelaten in afwachting van nader onderzoek.
Op de lijst van geweigerde leden der NSB. over de maand April 1943
komt voor
G. Hegen, E 36 Wezup - Zweeloo GEB.D. 18-7-87
DISTR 4
Aanvrage om vrijstelling van den inleveringsplicht
(alleen voor Nederlanders)
Lenthe, den 7 juni 1943
Onder verwijzing naar #9 van de Verordening betreffende de inlevering
van
radio-ontvangtoestellen d.d. 13 Mei 1943 verzoek ik hierbij om van de
toepassing van de
bepalingen dezer verordening vrijgesteld te worden.
Redenen: (voor leden der N.S.B. ook stamboeknummer)
Persoonlijk lid der Landstand
Oudste zoon Roelof Hegen lid N.S.B. stb….. en assistent bedrijfsleider
Oostland??
Tweede zoon Hendrik Herminus Hegen lid Jeugdstorm
Dochter Mina Hegen lid Jeugdstorm
Ik bezit een radiotoestel Filips…..
fabrieksnummer…..
G. Hegen
Dalfsen
Lenthe B 24
Bewijs van storting van 66 gld door G. Hegen op postrekening van
Fürsorge Offizier der
Waffen SS te Den Bosch
plus nog 2 bewijzen van storting van elk 45 gld
Verhoor Beschuldigde
Heden den elfden februari 1947
verscheen voor mij Mr. H.E. van Opstall
de beschuldigde GEERT HEGEN,
,,Ik ben Nederlander. Ik ontken dat ik mij als lid heb aangesloten bij
het Nederlands
Agrarisch Front. Ik geef toe dat ik mij heb aangemeld als lid van de
N.S.B., maar ik ben
achteraf blij dat men mij niet als lid heeft aanvaard. Ik heb dit
gedaan omdat ik op
vergaderingen van de N.S.B. daartoe ben overgehaald. Ik geef toe dat
ik aan huis Nationaal
Socialisten ontving, maar ik ontving ook andere menschen in niet
mindere mate. Ik wist dat
mijn inwonende zoon Roelof lid was van de NSB en heb mij daartegen ook
niet verzet. ook
wist ik dat mijn inwonende zoon Hendrikus Herminus lid van den
Nationalen Jeugdstorm
was. Ook heb ik geld en extra distributiebonnen in ontvangst genomen
uit hoofde van het feit
dat mijn genoemde zoon Hendrikus Herminus bij den Landstorm was. Hij
is zonder mijn
goedkeuring en voorkennis bij den Landstorm gegaan.
Ik wil hieraan nog toevoegen dat ik het geld dat ik voor mijn zoon die
bij den Landstorm was
heb ontvangen, heb gebruikt om een pak voor deze jongen te koopen en
andere kleeren en
dat ik er zelf geen plezier van heb gehad. Ik wist, dat mijn zoon toen
hij weer thuiskwam “uit
Oostland” lid van de NSB was. Ik weet niet meer of ik wist dat hij dat
was voor hij vertrok”
getekend, G. Hegen
Verhoor 11 februari 1947
Huishoudster Louisa Antonetta Hendrika Molenaar-Van Houten,
oud 57 jaren
“Ik ben vanaf augustus 1940 bij Hegen als huishoudster werkzaam
geweest. Tijdens mijn
verblijf aldaar, heb ik nooit gemerkt dat Hegen NSB-sympathieën had.
Ook wist ik niet dat
zijn zoon Roelof zich als NSB-er had aangesloten. Ik heb persoonlijk
Roelof ernstig
gewaarschuwd toen bleek dat hij Oostlandboer wilde worden. Roelof
heeft daar nooit met
zijn vader over gesproken. Dat zijn zoon Hendrik bij den Landstorm is
gegaan is geheel
buiten Hegen omgegaan. Dit was de schuld van een broer van Hegen, die
landwachter was.
Het is mij bekend dat Hegen extra bonnen en geld ontvangen heeft voor
zijn zoon die bij de
Landstorm was. Ik weet dat Hegen meerdere onderduikers onderdak
verleend heeft.”
Op 30 december 1946 verscheen ter griffie bij het Kantongerecht Zwolle
Geert Hegen welke
verklaarde in verzet te komen tegen een beslissing vanwege den
Procureur Fiscaal bij het
Bijzonder Gerechtshof in Leeuwarden dd 24 december 1946, betreffende
voorwaardelijke
buitenvervolgingstelling,
Assen, 2 januari 1947
Getekend door De Procureur Fiscaal
19 augustus 1946
Getuigenverhoor door Albertus Aegidius Karel
Getuige I, Geert Hegen, geboren 23 mei 1890 te Zweeloo, caféhouder,
wonende te Wezup
E 10, Zweeloo, die verklaarde:
“tijdens de Duitse bezetting heb ik Geert Hegen, die thans woonachtig
is te Dalfsen, goed
gekend. In het dorp Zweeloo werd hij voor N.S.B.-er aangezien. Dit
vond zijn oorzaak in het
feit, dat hij hoofdzakelijk met N.S.B.-ers omging, en dat zijn
kinderen lid van de Jeugdstorm
en Oostlandboer waren. Van hem ging te praat in het dorp dat hij voor
het lidmaatschap van
de N.S.B. geweigerd was. Last heeft echter niemand van hem
ondervonden. Meerdere
feiten zijn mij van hem niet bekend.”
Getuige II, Hendrikus Jeuring, geboren te Emmen, smid, wonende te Wezup
E. 12,
verklaarde:
“Tijdens de bezetting heb ik Geert Hegen, die thans woonachtig is in
Dalfsen, goed gekend.
Ik heb dikwijls met hem gesproken, doch hij sprak nooit over politiek.
Hij ging echter
hoofdzakelijk om met NSB’ers. Een van zijn zonen was lid van de
Jeugdstorm en een ander
was Oostlandboer. Deze feiten zijn volgens mijn inzicht de reden dat
hij hier in het dorp voor
een N.S.B-er werd aangezien. Vaststaande feiten waaruit men zou kunnen
afleiden dat hij
N.S.B.-lid was, weet ik niet. Niemand heeft echter last van hem
ondervonden.”
Getuige III, Jan Klasen, landbouwer te Zweeloo:
“Tijdens de Duitse bezetting ben ik groepsleider van de N.S.B. te
Zweeloo geweest. Ik kan
mij nog herinneren dat Geert Hegen, thans woonachtig in Dalfsen, zich
eind 1940 of begin
1941 als lid van de N.S.B. heeft aangemeld. Met andere leden van de
N.S.B. te Zweeloo
hebben wij toen over zijn aanmelding besloten dat hij niet als lid
moest worden
aangenomen. Over zijn huiselijke omstandigheden gingen n.l. hele
slechte geruchten rond.”
Politieke Opsporingsdienst Dalfsen
Proces-verbaal betreffende verhoor van getuigen inzake Geert Hegen.
Door Jacob Heida
Hendrikus Willibrordus Veltmaat, 7-11-1918
“In de maand November 1944 werd door de Duitsche Politie te Lenthe,
gemeente Dalfsen,
een jood gearresteerd, die bij mijn broer was ondergebracht. ik moest
toen voor mijn eigen
veiligheid onderduiken en ben ongeveer drie weken ondergedoken geweest
bij GEERT
HEGEN in Lenthe.
Hegen heeft zich hier doen kennen als iemand die veel goede
eigenschappen bezit. Hij
heeft nimmer Iemand verraden, alhoewel hij wel wist waar de
onderduikers zaten.”
Hermannus Tijhaar, 9-7-1869, Lenthe,
“Geert Hegen is gedurende eenige jaren mijn buurman geweest. Hij heeft
nimmer iets
gedaan wat on-Vaderlandsch was. Integendeel heeft hij in vele
opzichten medegewerkt aan
de goede zaak. Hij wist in de omgeving, waar de onderduikers zaten,
doch het is nimmer in
hem opgekomen om ze te verraden.”
Bernardus Klink, 23-9-1886, Lenthe,
“Geert Hegen die dicht bij mij woonde kwam veel bij mij. Hij heeft mij
wel geholpen bij het
dorschen. Ik had op mijn boerderij onderduikers, doch had niet de
minste vrees dat Hegen
mij zou verraden.”
Louisa Antonetta Hendrika Molenaar, 14 augustus 1889, Amersfoort:
,,Ik ben eenige jaren als huishoudster in betrekking geweest, tot de
bevrijding op 13 april
1945 bij Geert Hegen, vroeger wonende in de gemeente Zweeloo, later te
Lenthe, thans
gedetineerd.
Hegen had een zoon bij de Oost-Compagnie en een zoon aan het
Oostfront. Zelf was hij
geen N.S.B.er, al is er wel een tijd geweest dat hij er sympathiek
tegenover stond.
Hij heeft nimmer iemand verraden, alhoewel hij wel wist waar de
onderduikers waren
ondergebracht. Hendrikus Willibrordus Veltmaat heeft hij eenige tijd
als onderduiker in huis
gehad. Hij heeft tijdens de hongerperiode veel menschen uit het westen
geholpen aan
voedsel.’’
Verder verklaar ik, verbalisant, dat ter plaatse geen verklaringen
zijn te verkrijgen waaruit
zou kunnen blijken dat Hegen zich op politiek gebied niet goed heeft
gedragen.
Dalfsen, 31 januari 1946, J. Heida.
UITSPRAAK Het Tribunaal te Assen, 3e Kamer in de zaak tegen
GEERT HEGEN
beschuldigd van:
dat hij, Nederlander zijnde, tijdens de vijandelijke bezetting van het
Rijk in Europa:
1. zich als lid heeft aangesloten bij het
Nederlandsch Agrarisch Front, zijnde een aan de Nationaal
Socialistische Beweging
der Nederlanden verwante organisatie of instelling;
2. heeft blijk gegeven van nationaal-socialistische gezindheid door:
d. (a.)zich als lid van voormelde Beweging op te geven;
e. (b.)hoofdzakelijk om te gaan met Nationaal-Socialisten;
f. (c.)te gedoogen, dat zijn inwonende zoon Roelof lid van de
Nationaal
Socialistische Beweging der Nederlanden en dat zijn inwonende zoon
Hendrik Harminus lid van den Nationalen Jeugdstorm was;
3 voordeel heeft getrokken uit door of vanwege den vijand of diens
handlangers
genomen maatregelen, door het ontvangen van gelden en extra
distributiebonnen
omdat zijn zoon Hendrik Herminus bij den Landstorm was;
op grond van welke handelingen hij geacht moet worden zich desbewust
te hebben
gedragen in strijd met de belangen van het Nederlandsche volk en
desbewust afbreuk te
hebben gedaan aan het verzet tegen den vijand en diens handlangers.
Uitspraak:
Verklaard den beschuldigde schuldig aan het hetgeen hiervoren bewezen
verklaard;
legt den beschuldigde de navolgende bijzondere maatregelen op:
1. internering, waarbij in overweging wordt gegeven deze te beperken
tot den tijd, dien
hij reeds geïnterneerd is geweest
2. verbeurdverklaring van zijn radiotoestel en van de rest van zijn
vermogen tot een
bedrag van f. 500 (vijf honderd gulden)
3. ontzetting van het recht te kiezen en de verkiesbaarheid bij
krachtens wettelijk
voorschrift uitgeschreven verkiezingen;
Heft het op het vermogen van den beschuldigde rustende beheer op met
ingang van den dag dat twee maanden zullen zijn verstreken, nadat
voorgeschreven
verbeurdverklaring zal zijn geëffectueerd.
Aldus gewezen door Mr. H.E. van Opstall, plaatsvervangend voorzitter,
mej. A.
Drenth en D. Baron Mackay, leden en ter openbare zitting van 22 Maart
1947
uitgesproken door den Plv Voorzitter voornoemd, in tegenwoordigheid
van
Adjunct-Secretaris H. Kremer.
Proces Verbaal door A.A. Karel op 23 augustus 1946 van verhoor Geert
Hegen
,,In het begin van de bezetting heb ik mij opgegeven als lid van de
N.S.B. te Zweeloo. Ik heb
echter over deze aanmelding nooit iets gehoord, zodat ik geen lid ben
geworden. De
postwisselstrookjes, door U gemerkt met I, zijn afkomstig van mij. Ik
ontving op deze
postwissels geld, omdat mijn zoon lid van de Landstorm was.
……
==================================================================
Getuigenverhoor
11 februari 1947 in de zaak tegen Geert Heegen, 18 juli 1887
Als getuige: LOUISA ANTONETTA HENDRIKA MOLENAAR-VAN HOUTEN (57 jaar)
huishoudster
,,Ik ben vanaf augustus 1940 bij Hegen als huishoudster werkzaam geweest.
Tijdens mijn
verblijf aldaar, heb ik nooit gemerkt dat Hegen N.S.B.-sympathieën
had. Ook wist ik niet, dat
zijn zoon Roelof zich als NSB-er had aangesloten. Ik heb persoonlijk
Roelof ernstig
gewaarschuwd toen bleek dat hij Oostlandboer wilde worden. Roelof
heeft daar nooit met
zijn vader over gesproken. Dat zijn zoon Hendrik bij den Landstorm is
gegaan is geheel
buiten Hegen omgegaan. Dit was de schuld van een broer van Hegen, die
landwachter was.
Het is mij bekend dat Hegen extra bonnen en geld ontvangen heeft voor
zijn zoon, die bij
den Landstorm was. Ik weet, dat Hegen meerdere onderduikers onderdak
verleend heeft.”
Afschrift brief van mej. Molenaar
,, Amersfoort, 27-8-45
Ik lees daar net in de courant dat leden der S.S. en Landwachters naar
huis gaan. Kunnen
zij dan iemand die nooit geen lid of sympathiseerend lid is geweest en
op lasterpraatjes is
opgepakt nog langer vasthouden? wilt u dit eens onderzoeken?
Geachte heer Commandant,
Het onderstaande schrijven wilde ik gaarne ter kennis brengen daar ik
mij verplicht voel als
goede Nederlander recht en eerlijk te zijn. Is U bekend dat Geert
Hegen, geb. 18 juli 1887
wonende te Lenthe, gem. Dalfsen NOOIT geen lid is geweest van de
N.S.B. ook geen
symphatiseerend. Is opgepakt waarschijnlijk wegens lasterpraatjes uit
Drenthe, gem.
Zweeloo. Hegen woonde 2,5 jaar in Drenthe is toen op schrijven uit
Drenthe opgepakt heeft
6 weken in Dalfsen gezeten en is toen door Commandant den Heer ten
Broeke niet langer
vastgehouden wegens gebrek aan bewijs. Toen heeft Drenthe gezegd dan
halen wij hem op
en zit nu al meer dan twee maanden in Westerbork. Waar is in deze
recht te krijgen?
Ondergeteekende is 55 jaar in de huishouding geweest, heeft zelf
kinderen die vijf jaar
illegaal werk hebben gedaan, hebben onderduikers en joden verborgen.
dit heeft Geert
Hegen allemaal geweten en heeft zelf voor aardappels en ander voedsel
voor hun gezorgd.
Heeft zelf onderduiker in huis verborgen gehad. Waarom wordt zoo
iemand vastgehouden.
Er werd gezegd dat hij 6 jaar geleden zich heeft aangemeld voor de
N.S.B. en dat de N.S.B
hem toen niet wilde hebben als lid. Dat is toch te gek nietwaar? En
ook werd verteld dat hij
zijn zoons er naar toe had gestuurd. Dit zijn leugens. Die zijn er aan
gegaan en toen wist hij
het pas. De N.S.B. te Dalfsen zei het was een familiezaakje. Mogen ze
op zulke praatjes
iemand langer als vier maanden van zijn vrijheid beroven en het heele
huishouden in de war
sturen, daar Hegen nog twee kinderen van 8 jaar heeft. Waar is in deze
recht te krijgen? Er
worden natuurlijk fouten gemaakt, maar dan moet men die toch herzien
en huiselijke
omstandigheden heeft toch niets met de politieke te maken dacht ik.
Ik hoop Geachte Heer Commandant U in dezen zaak naar waarheid te
hebben ingelicht. Er
zijn ook brieven geweest van getuigen. Die heeft U misschien gelezen
en er zijn ook nog
mondelinge getuigen zoo dat nodig mogt zijn.
Hoogachtend Mej. Molenaar.
Röntgenstraat 9
Amersfoort
Voor afschrift conform,
Chef documentatie
(F. Beekman)
Afschrift:
,,Ondergeteekenden verklaren dat den heer G. Hegen, gewoond hebbende
gemeente
Dalfsen, Lenthe B 24, hun op alle mogelijke manieren heeft geholpen
bij het verkrijgen van
voedsel in de winter van 44-45. Hij heeft ons van zijn voorraad
aardappelen verkocht tegen
regeeringsprijs. Heeft paard en wagen van ons verzorgd en deze 18 mud
aardappelen (voor
5 gezinnen) voor ons over de IJssel gebracht, waarvoor wij hem geen
geld mochten betalen.
Hij heeft ons nimmer gevraagd naar onze politieke overtuiging en heeft
ons als mensch
uitstekend behandeld. Als dit schrijven ertoe mag bijdragen dat
genoemde heer Hegen
spoedig in vrijheid zal worden gesteld, is ons doel bereikt.
Inmiddels tekenen wij,
Hoogachtend,
w.g.
E. Veenvliet
W.H. de Waal
J. v. Werkhoven
H. Nieuwenhuijzen
Voor afschrift conform,
Chef documentatie
(F. Beekman)
Lenthe 17 mei ‘45
Ondergetekende H. W. Veltmaat, verklaart bij dezen dat den heer G
Hegen, wonende te
Lenthe B 24 mij 3 weken nachtverblijf heeft gegeven , omdat ik bang
was door de K.K. te
worden opgehaald omdat ik toen dat Joodsch meisje, dat toentertijd bij
mijn broer was, aan
een persoonsbewijs geholpen had.
Hoogachtend HW Veltmaat
Lenthe, B18 Dalfsen
(Met potlood staat hierbij geschreven:
a.s. schoonzoon (onderstreept ook nog)
Th. v.d. Vechte
Melkproducten
annex zaadhandel
B 133b Hoonhorst
Hoonhorst 16-5-1945
Aan den commandant der N.B.S.
Naar mijn inzicht en voor de goede gang van zaken, voel ik me
verplicht U even in te lichten
over de heer Hegen uit Lenthe, die onlangs als N.S.B.er door lieden
van de N.B.S. in
bewaring is gezet.
Ik van mijn kant (als buitenstaander) dunkt mij dat U, als Commandant,
verkeerd is ingelicht.
Als er gegevens zijn om hem op te sluiten geloof ik toch dat deze niet
juist zijn. Ik ken hem
goed, geregeld ontving ook hij (een van de velen) de berichten van de B.B.C..
van mij.
Hij was ook een van de geregelde kankeraars op het Nazi-tuig. Dat z’n
zoon bij de SS. was
heeft hij vaak als treurige onzin van die vent bestempeld. Mij dunkt
dat zijn zoon diende daar
een afdoende straf voor te ontvangen, maar niet hij. Mij dunkt ten
slotte dat hier
kwaadsprekerij of iets dergelijks in het spel is. Hij was zo lang ik
hem ken, goed, en in alles
te vertrouwen. Nooit is hij sympathiserend voor de N.S.B. geweest.
Hopende dat u met dit schrijven goed en vertrouwvol bent ingelicht en
dat hiermee ernstig
rekening zal gehouden worden,
M vr. gr. Th. vd Vechte
Van
de uitspraken zijn berichtjes in de krant gekomen:
24-03-1947: